Nederland scoort heel hoog op de internationale ranglijsten over de kwaliteit van het pensioenstelsel… en toch hebben Nederlanders gemiddeld genomen weinig vertrouwen in hun pensioen. Ouderen hebben het gevoel dat ze benadeeld zijn omdat ‘beloften’ niet zijn nagekomen. Jongeren hebben het gevoel dat de pot leeg zal zijn wanneer ze ´eindelijk´ eens een keer van hun pensioen mogen gaan genieten.
Daarbij staat het huidige collectieve pensioenstelsel onder druk door:
- De gevoeligheid van de belegde gelden voor grote schommelingen op de financiële markten: De COVID-19 crisis is daar één van de voorbeelden van;
- De schommelingen in de rente die steeds vaker voorkomen;
- De stijging van de levensverwachting, die ervoor zorgt dat de periode waarin we pensioen ontvangen steeds langer is geworden. Dat is natuurlijk prettig, maar pensioen is ook daardoor wel steeds duurder geworden;
- Veranderingen in de arbeidsmarkt: Mensen werken niet meer vanzelfsprekend hun hele leven bij dezelfde werkgever, steeds meer mensen besluiten ook ergens gedurende het werkzame leven om een andere baan te zoeken of voor zichzelf te gaan werken (bijvoorbeeld als ZZP-er).
Het pensioenstelsel dat we halverwege de vorige eeuw hebben bedacht levert daardoor voor veel mensen niet meer wat ze ervan verwacht hadden. Verandering is daarom noodzakelijk.
In juli 2020 werd daarom het Pensioenakkoord gesloten. Dit akkoord is vervolgens vastgelegd in een wetsvoorstel, de Wet Toekomst Pensioenen. Deze wet raakt vooral het pensioen dat via werkgevers wordt opgebouwd. Uw pensioen bij SPIN bijvoorbeeld.
De wet is ingegaan op 1 juli 2023. Uitvoeringsorganisaties zoals SPIN krijgen tot uiterlijk 1 januari 2028 om de uitvoering en de regeling aan te passen aan de wet.
Door de nieuwe Wet toekomst pensioenen gaat pensioen in Nederland er anders uitzien. Zo krijgen deelnemers van de meeste pensioenfondsen een eigen ‘pensioenpotje’ waaruit hun pensioen wordt betaald. En gaat pensioen directer meebewegen met de financiële markten. Er komen dus veranderingen aan, maar veel dingen blijven hetzelfde: zo is ook straks inkomen geregeld voor na uw pensionering, bij arbeidsongeschiktheid en voor uw eventuele nabestaanden na uw overlijden. En als er bij een pensioenfonds voor wordt gekozen om de opgebouwde pensioenen niet om te zetten naar de nieuwe pensioenregeling, dan verandert er bijvoorbeeld voor die gepensioneerden niets.