Na een goede start in januari waren helaas de rendementen voor alle cohorten in februari negatief. Inflatie was wederom het dominante thema en de meest recente cijfers lieten zien dat de inflatie toch hardnekkig hoog blijft. Met als gevolg dat de rente op staatsobligaties mee omhoog ging. Hieruit wordt de verwachting uitgesproken dat centrale banken de beleidsrente lang(er) op een hoger niveau willen hebben om de inflatie te beteugelen. De euro noteerde 1,06 tegenover de Amerikaanse dollar en verloor daarmee wat terrein ten opzichte van vorige maand.
Aandelen
De uitslagen op de aandelenbeurzen waren gemengd en niet erg groot in februari. De MSCI All Countries World Index daalde (in euro gemeten) in februari met 0,5%, waarbij opkomende markten (-4,2%) het beduidend minder deden dan ontwikkelde markten (-0,1%). Binnen de laatstgenoemde groep was het Europa die het best presteerde (+1,8%). Noord-Amerika was nipt negatief (-0,2%) en Japan leverde nog iets meer in (-1,5%). Binnen opkomende markten waren het met name de regio’s Azië (-4,6%) en Latijns-Amerika (-3,9%) die bijdroegen aan het negatieve rendement.
Qua stijl lag het de afgelopen maand redelijk dicht bij elkaar: ‘groei’ (-0,2%) deed het licht beter dan ‘waarde’ (-0,9%). Op sectorniveau waren het IT (+2,0%) en industrie (+1,3%) die de kar trokken en waren het de sectoren materialen en vastgoed die aan de onderkant zaten (beiden -3,5%).
Obligaties
In februari liepen de rentes over de breedte en verschillende looptijden op. Zo steeg de Duitse 10-jaarsrente met 0,37% tot 2,65%, en in de VS was dat nog iets meer (+0,42% naar 3,92%). De risicopremies zijn nauwelijks veranderd in februari. De opslag voor minder risicovolle bedrijfsobligaties was iets lager (-0,04% tot 1,47%), net als de opslag voor meer risicovolle bedrijfsobligaties (-0,06% tot 4,54%). Bij staatsobligaties voor opkomende markten was er een lichte stijging te zien (+0,03% tot 4,47)%.