In juli keken financiële markten weer met veel belangstelling naar centrale banken en inflatiecijfers. Hoewel de ECB de beleidsrente verder verhoogde (naar 3,75%), denkt de markt dat het einde van een periode van renteverhogingen langzaamaan in zicht is. De leidende indicatoren (deze lopen vooruit op de groeicijfers die later gepubliceerd worden) beginnen namelijk af te zwakken in Europa. De uitslagen op de rentemarkten bleven echter beperkt en het feit dat in Nederland het kabinet viel, had nauwelijks effect op de koers van Nederlandse staatsobligaties. Aandelen en grondstoffen trokken wat aan en op de valutamarkt viel op dat de Russische roebel de daling van de laatste tijd doorzette.
Aandelen
In juli dikte de MSCI All Countries World Index (in euro gemeten) met +2,6% verder aan. Anders dan vorige maand lagen opkomende markten (+5,1%) er veel beter bij dan ontwikkelde markten (+2,3%). Binnen ontwikkelde markten was de spreiding niet erg groot. Pacific exclusief Japan (+3,3%) was de koploper, gevolgd door Noord-Amerika (+2,3%), Europa (2,0%) en Japan (+1,9%). Wanneer we kijken naar de regio’s binnen opkomende markten zien we dat China een zeer sterke maand kende met een rendement van maar liefst +9,0%. EMEA (+5,8%), Azië (+5,1%) en Latijns-Amerika (+4,1%) volgden op gepaste afstand. In juli waren energie en financiële waarden de best presterende sectoren en bleef de nutssector weer wat achter. ‘Waarde’ deed het iets beter dan ‘groei’.
Obligaties
Ook in juli liep de rente in de VS iets meer op dan in Europa. De 10-jaarsrente aldaar naderde de 4% grens (+0,12% naar 3,96%). De Duitse 10-jaarsrente steeg met 0,10% tot 2,49%, iets meer dan de Nederlandse 10-jaarsrente (+0,08% naar 2,82%). De risicopremies namen verder af de afgelopen maand. Staatsobligaties van opkomende markten profiteerden het meest (-0,34% tot 3,98)%. De opslag voor minder risicovolle bedrijfsobligaties daalde met 0,14% tot 1,47%. Bij meer risicovolle bedrijfsobligaties bedroeg de daling -0,26% (naar 4,23%).