De maand augustus begon net zo onrustig als de maand juli eindigde. In Japan zagen we op sommige momenten zeer sterke dalingen op de aandelenbeurzen. In de VS voedde een tegenvallend banenrapport de angst voor recessie en onzekerheid over de hoge groeiverwachtingen voor de technologiesector (en met name voor Nvidia). Inflatiecijfers toonden aan dat deze nog steeds dalende zijn en langzaam in de buurt komen van de gewenste 2%. Later in de maand nam de angst en beweeglijkheid af en zagen we herstel van de koersen. De olieprijs daalde stevig en de dollar verloor ruim twee procent ten opzichte van de euro.
Aandelen
Ondanks de enorme beweeglijkheid op de aandelenmarkten resteerde er aan het eind van de maand toch een klein plusje voor de brede MSCI All Countries World: +0,2% (in euro gemeten). Dit was vooral toe te schrijven aan de ontwikkelde markten (+0,3%), die doorgaans minder last hebben van nervositeit op de markten dan opkomende markten. Laatstgenoemde behaalde een negatief rendement van -0,7% voor de maand. Pacific exclusief Japan (+2,4%) en Europa (+1,7%) waren de uitblinkers binnen ontwikkelde markten. Noord-Amerika (+0,1%) en met name Japan bleven achter (-1,7%). Met uitzondering van Latijns-Amerika (+0,3%) waren opkomende markten in de breedte licht negatief in augustus. De regio EMEA en China kende hetzelfde rendement (-1,3%); Azië (-0,6%) deed het ietsje beter. Aandelen met de stijl waarde (+0,4%) presteerde licht beter dan aandelen met de stijl groei (+0,1%).
Obligaties
Op het gebied van rentes viel op dat de rente op staatsobligaties in de VS harder daalde dan in Europa. Anderzijds was de daling sterker op de kortere looptijden. De 10-jaarsrente in de VS daalde met 0,13% tot 3,90%. Net als in juli, was de rentebeweging (10-jaarsrente) voor Nederlandse staatsobligaties (-0,01% tot 2,58%) en Duitse staatsobligaties (onveranderd op 2,30%) weer nagenoeg gelijk. En ook in augustus was er weer een gemengd beeld te zien bij obligaties met een hoger risicoprofiel, al was de richting afgelopen maand andersom. Minder risicovolle bedrijfsobligaties lieten een stijging zien van de risicopremie met 0,07% (tot 1,14%). Meer risicovolle bedrijfsobligaties kenden juist een daling van de premie (0,10% tot 3,33%). Een soortgelijke daling was te zien bij staatsobligaties van opkomende markten (0,12% tot 3,88%).