Marktontwikkelingen juni 2024

In juni was Europa het toneel waar het meeste van de actie op financiële markten zich afspeelde. Voor het eerst in vijf jaar verlaagde de ECB de beleidsrente (van 4,0% naar 3,75%). Daarnaast werden de uitslagen van Europese verkiezingen niet goed ontvangen door beleggers: met name aandelen Europa bleven aanzienlijk achter bij andere ontwikkelde markten. Franse staatsobligaties stonden zelfs onder druk nadat er nationale verkiezingen werden uitgeroepen naar aanleiding van de uitslag van de Europese verkiezingen in Frankrijk. Na een daling in mei trok de olieprijs weer een paar procent aan.

Aandelen
Voor aandelen in het algemeen was juni een prima maand. Er waren echter enkele grote verschillen te zien tussen regio’s, zowel binnen ontwikkelde als opkomende markten. De brede MSCI All Countries World Index (ontwikkelde + opkomende markten samen; in euro gemeten) behaalde in juni een rendement van +3,5%. Het blijft enigszins stuivertje wisselen tussen opkomende en ontwikkelde markten. Nu waren het weer opkomende markten (+5,3%) die beter presteerden dan ontwikkelde markten (+3,4%). Binnen ontwikkelde markten zagen we dat Europa (-1,0%) last had van de verkiezingsuitslagen. Japan (+0,6%) en Pacific exclusief Japan (+1,6%) lager er matig positief bij. Noord-Amerika (+4,6%) was echter de grote winnaar in juni. Bij opkomende markten waren Latijns-Amerika (-4,9%) en in mindere mate China (-0,6%) de dissonanten. Azië (+6,3%) en EMEA (+5,2%) noteerden een fraaie plus voor de maand. Aandelen met de stijl groei (+6,2%) deden het wederom aanzienlijk beter dan aandelen met de stijl waarde (+0,8%).

Obligaties
Zoals hierboven al vermeld moesten Franse staatsobligaties (+0,16% tot 3,30%) het ontgelden naar aanleiding van de verkiezingen. Andere ontwikkelde landen lieten dalende rentes zien in de afgelopen maand. De 10-jaarsrente in de VS daalde met 0,10% tot 4,40%. Deze daling was ongeveer gelijk aan Nederlandse staatsobligaties (-0,11% tot 2,84%). De 10-jaarsrente op Duitse staatsobligaties liep nog iets verder terug: -0,17% tot 2,50%. Het beeld was minder rooskleurig bij obligaties met een hoger risicoprofiel. Minder risicovolle bedrijfsobligaties lieten een stijging van de risicopremie zien van 0,09% (tot 1,16%). Dat was iets meer dan bij meer risicovolle bedrijfsobligaties: hier bedroeg de stijging 0,04% (tot 3,37%). Bij staatsobligaties van opkomende markten liep de risicopremie op met 0,11% naar 3,92%.