In november was politiek de dominante factor op de financiële markten. In de Verenigde Staten heeft Trump de presidentsverkiezingen gewonnen. Dat zette de aandelenkoersen en cryptovaluta hoger vanwege het vooruitzicht op belastingverlagingen en deregulering. In Europa zagen we de politieke onrust toenemen in Duitsland, waar de FDP uit het kabinet stapte. Begin 2025 zullen er vervroegde verkiezingen plaatsvinden. In Frankrijk was het een begrotingsplan dat leidde tot de val van de regering Barnier. Ondertussen verlaagde de Fed de beleidsrente met 0,25% naar een bandbreedte van 4,5%-4,75%, dit was conform verwachting. De door Trump aangekondigde importtarieven (waar China, maar ook Europa onder zullen lijden) zullen de inflatie weer aanwakkeren. Bovendien frustreren importtarieven de vrije handel wat altijd gepaard gaat met verlaging van de economische groei. Beleggers verteerden dit alles en per saldo leidde dit tot een wat lagere rentedaling in de VS in vergelijking met Europa.
De index voor grondstofprijzen stond hoger voor de maand, met name door de stijging van de gasprijs (+28%).
Aandelen
De afgelopen maand was zeer positief voor de brede index MSCI All Countries World met een rendement van 6,6% (in euro gemeten). Het verschil tussen ontwikkelde markten (7,5%) en opkomende markten (-0,9%) was echter zeer groot. Bij ontwikkelde markten waren de sterke resultaten met name te danken aan het ‘Trump-effect’ in Noord-Amerika (+9,2%). Pacific exclusief Japan (+5,7%) kwam nog enigszins in de buurt. Japan (+3,5%) en zeker Europa (+1,1%) staken daar schril bij af. Bij opkomende markten kende alleen de regio EMEA een positief rendement voor de maand (+1,0%). Azië (-1,0%), China (-1,8%) en Latijns-Amerika (-2,9%) hadden duidelijk te lijden onder het dreigende protectionistische beleid van Trump.
Aandelen met de stijl groei (+7,2%) deden het beter dan aandelen met de stijl waarde (+6,0%).
Obligaties
In Europa ging euroswaps gemiddeld over alle looptijden ongeveer 0,25% omlaag in november. De eerder genoemde politieke ontwikkelingen zorgden voor verschil in rentebewegingen tussen landen.
De 10-jaarsrente in Amerika daalde met slechts 0,12% tot 4,17%. Nederlandse staatsobligaties met dezelfde looptijd (-0,32% tot 2,33%) kenden net als in oktober een nagenoeg dezelfde ontwikkeling als Duitse staatsobligaties (-0,30% tot 2,09%).
Obligaties met een hoger risicoprofiel kenden beperkte uitslagen in november. Minder risicovolle bedrijfsobligaties kenden een stijging van de risicopremie met 0,03% (tot 1,04%). Een daling zagen we bij meer risicovolle bedrijfsobligaties (-0,05% tot 2,99%), en bij staatsobligaties van opkomende markten (-0,02% tot 3,36%).