Financiële markten kenden diverse impulsen in oktober. Vanuit menselijke invalshoek is de Israël-Hamas oorlog de meest ingrijpende. Minder ingrijpend waren echter de uitslagen die we konden waarnemen op de financiële markten. De olieprijs daalde zelfs in vergelijking met september. Voor goud en gas werd wel aanzienlijk meer betaald dan vorige maand. Aandelen moesten wat terrein prijs geven onder druk van deze nieuwe bron van geopolitieke onrust. In Europa daalde de rente licht (met name de korte looptijden), terwijl deze in de VS (door sterke economische cijfers) juist wat opliep.
Aandelen
Oktober was de derde maand op rij met negatieve rendementen voor aandelen. De MSCI All Countries World Index (in euro gemeten) leverde 2,8% in. Ontwikkelde markten (-2,7%) lager er relatief beter bij dan opkomende markten (-3,7%). De beter dan verwachte economische cijfers zorgden ervoor dat Noord-Amerika (-2,3%) van de ontwikkelde markten het het beste deed. Europa (-3,6%), Pacific exclusief Japan, en Japan (beiden -4,3%) volgden op gepaste afstand. Bij opkomende markten was EMEA (-2,7%) met afstand de best presterende regio. Azië (-3,8%), China (-4,1%) en Latijns-Amerika (-4,6%) lagen dicht bij elkaar in de buurt. Op sectorniveau zagen we dat nutsbedrijven het relatief goed deden en dat bedrijven uit de industrie en de energiesector relatief achter bleven.
Obligaties
Zoals hierboven aangegeven waren economische ontwikkelingen op het gebied van rente de reden voor de verschillen tussen Europa en de VS. In oktober liep in de VS de 10-jaarsrente verder op tot 4,93% (+0,36%). De Duitse 10-jaarsrente daalde echter met 0,03% tot 2,81%, net als Nederland (naar 3,15%). De risicopremies van obligaties liepen in oktober in de breedte wat op. Bij staatsobligaties van opkomende markten (4,31%) en minder risicovolle bedrijfsobligaties (1,59%) waren de stijgingen met 0,06% en 0,08% respectievelijk nog relatief beperkt. Meer risicovolle bedrijfsobligaties (4,76%) kende een minder goede maand met een stijging van 0,38%.