Marktontwikkelingen maart 2024

Nog steeds waren de financiële markten goed gemutst in maart. Daarmee werd het eerste kwartaal zeer positief afgesloten, zeker voor aandelen. Hoewel grondstoffen en verwachte inflatie opliepen, mede onder invloed van opvlammende onrust in het Midden-Oosten, daalde de rente op staatsobligaties. Opvallend (en kenmerkend voor het huidige klimaat) is dat de rente voor Duitse en Nederlandse staatsobligaties het eerste kwartaal harder opliep dan Europese staatsobligaties. Duitsland en Nederland staan te boek als veilige landen; beleggers zijn klaarblijkelijk meer risico zoekend geworden.

 Aandelen

Aandelen zetten de positieve trend door in maart. Dat zorgde her en der voor nieuwe all-time highs onder de indices: de Nikkei, de S&P 500, maar ook onze eigen AEX index. Afgelopen maand behaalde de MSCI All Countries World Index (ontwikkelde + opkomende markten samen; in euro gemeten) een positief rendement van +3,3%. Opkomende markten deden het iets minder goed dan ontwikkelde markten (+3,4%), maar behaalden toch een mooie plus van 2,7%. Europa (+3,9%) was de best presterende regio binnen ontwikkelde markten. Noord-Amerika (+3,4%) en Japan (+3,2%) zaten daar kort achter. Op enige afstand sloot Pacific exclusief Japan (+1,5%) de rij. Ook alle regio’s binnen opkomende markten (+2,7% voor de brede index) behaalden positieve rendementen. Latijns-Amerika (+1,2%), China (+1,1%) en EMEA (+0,4%) bleven echter relatief ver achter bij Azië (+3,2%).

Aandelen met de stijl groei (+2,2%) bleven dit keer achter bij aandelen met de stijl waarde (+4,5%).

Obligaties

In maart, in lijn met het hele eerste kwartaal, zagen we dat de korte rente iets minder daalde dan de langere looptijden. Daarnaast viel op dat het verschil tussen Europa en de VS weer wat opliep. Zo daalde afgelopen maand de 10-jaarsrente aldaar met 0,05% tot 4,20%. De 10-jaarsrente op Duitse staatsobligaties daalde in maart met 0,11% tot een niveau van 2,30%. Voor Nederlandse staatsobligaties met dezelfde looptijd was de daling iets sterker: (-0,13%, naar 2,61%). Ook de afgelopen maand daalden de risicopremies ten opzichte van ‘veilige’ staatsobligaties uit ontwikkelde landen. Bij staatsobligaties van opkomende markten liep de premie met 0,27% terug naar 3,42%. Bij minder risicovolle bedrijfsobligaties zagen we een daling van 0,08% (tot 1,13%); deze daling zagen we ook bij meer risicovolle bedrijfsobligaties (tot 3,41%).